Tussen de paden het pad niet meer zien

Mijn broertje zag als klein kind vaak een pad. Een pad tussen de vele kleine grassprietjes. Hij volgde het, liep ernaartoe en probeerde het te grijpen.

  Soms was het raak. Soms was een pad ongrijpbaar. 


‘Volg je pad’ of ‘bewandel je pad’ klinkt mooi, maar vaak voelt zo’n pad eerder als een modderig, glibberig paadje in het bos. Of een harde stenen weg vol gaten. 


Ook wordt er gezegd: “Sta even stil bij je leven.” Dat zou zinvol en leerzaam zijn.

  “Want als je dat niet doet, jakker je maar door en blijf je de bekende paden bewandelen — ook al passen die misschien allang niet meer bij je.” Aldus psycholoog Rob Brandsma.


Nou, ik kan je vertellen: ik sta echt wel vaak stil.
  Niet letterlijk natuurlijk. Want ik kan niet stilzitten: ik moet de was nog doen, ik moet dat ene putje nog met baking soda en citroen schoonmaken. En ik moet m’n “hopelijk-kankerwerende” kurkuma-mét-zwarte-peper-morning-drink nog maken. 


Nee, ik bedoel: ik sta stil in mijn leven.
  Gevoelsmatig.


Want ik wil eigenlijk al daár zijn.
  Er zit te veel afstand tussen wie ik nu ben en wie ik zou willen zijn. Of in elk geval: hoe ik mijn leven graag zou zien.


Daar hoef ik niet eens echt voor stil te staan.

  Want ik ben een dromer. Zo’n dromerige meid die altijd een beetje afwezig lijkt te zijn.

  (En ja, jullie hebben gelijk — ik bén vaak afwezig.) Niet helemaal met twee voeten op deze oh zo mooie aardbol.


Maar blijkbaar… als je van een afstand naar je leven kijkt, dan ga je luisteren naar je hart.
  Dat kan ook door een tijdreis te maken.


Nou, dat is dus wéér iets wat ik al jarenlang doe. En best goed ook, al zeg ik het zelf.


Door al dat dromen weet ik precies waar ik mezelf zie als ik later oud ben.
Nou ja, nog ouder — want ik ben al 32…


In de psychologie noemen ze dat trouwens temporele afstand nemen: afstand nemen in de tijd.
  Probeer het maar eens. Reflecteer op je situatie door in gedachten naar de toekomst te reizen.
  Doe je ogen eens dicht.
  Stel je voor hoe je over tien jaar terugkijkt op de jij van nu.
  Wat voel je dan? Wat denk je?


Maar goed, we hadden het over paden.

  “Bewandel je pad.”
  “Sta even stil.”
  “Reflecteer op jezelf.”
En dan: “Volg je eigen weg.”


Maar eh… welk pad is dan de goede weg?
Ik ben al zo slecht in de weg. Straks kies ik het foute pad en verdwaal ik weer. 


Maar jongens, meisjes — er is geen goed of fout.
  Geen hoog of laag. Geen ‘up’ of ‘down’.

  Kijk maar naar de natuur.


Zoals Susan Smith zo mooi zegt:

  “Er is geen hoog en laag in de natuur; er is alleen maar evenwicht te zien tussen de uitersten. In de beweging en de afwisseling schuilt de balans.”


Als vrouwelijke Tweelingen voel ik die uitersten maar al te goed.

  De ene keer ben ik down en voel ik mijn energie diep in mijn tenen.
  En vijf minuten later zit het ineens weer hoog in m’n hoofd.


Balans.
  Ja, graag.
  Daar ben ik naar op zoek.
  Daar wil ik dat mijn pad naartoe leidt.


Dat pad wil ik bewandelen.
  In de natuur.
  Op zoek naar evenwicht.
  Even stil staan.
  Op zoek naar…
  Op zoek naar een pad.
  Een weg.
  Even weg.
  Een reis.
  Een tijd
  lang weg
  op tijdreis
Naar...